- neerslaan
- {{neerslaan}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [scheikunde](se) précipiter2 [naar beneden vallen] s'abattre; 〈m.b.t. damp〉 se condenser; 〈m.b.t. gewas〉 verser♦voorbeelden:2 een wolk van stof sloeg neer op het plein • un nuage de poussière s'abattit sur la placeII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [naar beneden slaan] (r)abattre2 [vellen] assommer3 [scheikunde]précipiter♦voorbeelden:1 de kraag van zijn jas neerslaan • rabattre le col de son manteaude ogen neerslaan • baisser les yeux2 een opstand neerslaan • écraser une insurrectioneen tegenstander neerslaan • assommer un adversaire
Deens-Russisch woordenboek. 2015.